Een verhaaltje uit onze buurt: Bakkerij ‘t Klaverken.
Eind jaren ‘60 versleet ik mijn broek in het HTISA in de Holstraat in de hoop vroeg of laat een diploma te halen. Dat diploma is er gekomen, maar dat doet hier niets ter zake. Wat belangrijker is, is dat ik ‘s middags mastellen of brioches (belegde broodjes moesten nog
uitgevonden worden) ging kopen bij bakkerij Wuyts of bij bakkerij ‘t Klaverken. Dat was toen nog gevestigd in huisnummer 137. In het begin van de jaren ‘80 is bakkerij ‘t Klaverken overgenomen door het echtpaar De Brauwer. Na enkele jaren verhuisden ze hun bakkerij en winkel naar de overkant van de straat, waar ze meer ruimte hadden voor hun handel. Zoon Patrick, die al in de zaak werkte, nam al vlug de bakkerij over en baatte die uit met zijn echtgenote Greet. Enkele jaren geleden werd de bakkerij gesloten wegens gezondsheids-problemen van Patrick. Zo kwam een einde aan eeuwenlang ‘bakkerij ‘t Klaverken’ in onze buurt.
‘Eeuwenlang’ vraagt u zich af. Ja, hier volgt het tweede deel van dit verhaal. Eind vorig jaar kreeg ik een e-mail van Peter Mortier, een vriend die ik leerde kennen in de Gentse Milieuraad. Hij was gecontacteerd door Charles Andrews, een Amerikaan, die zich heeft vastgebeten in de geschiedenis van de Gentse bloemisten en in het bijzonder van Petrus Mortier, een bloemist en tevens bakker uit de 18e eeuw. Hij leefde van 1768 tot 1847. Hij veredelde planten en verkocht die aan collega’s-bloemisten. Hij wordt beschouwd als de “uitvinder” of de “ontwikkelaar” van de harde Gentse azalea. Er zijn planten naar hem genaamd, o.a. Azalea Mortierana.
Charles hoopte dat Peter Mortier een nakomeling of toch familie zou zijn van Petrus. Dat was echter te mooi om waar te zijn: Peter is slechts de tweede neef in de zesde graad (familie in het zevende knoopsgat, zoals we zeggen). Die Petrus heeft echter blijkbaar in onze wijk gewoond De interesse was gewekt: Peter contacteerde me omdat ik toch in de wijk van de bloemisten woon. Op mijn beurt contacteerde ik mijn broer Geert, ere-directeur van de Dienst Monumentenzorg en Jos De Wael, archivaris-bibliothecaris van de Koninklijke Maatschappij voor Landbouw- en Plantkunde, die de Floraliën organiseert.
Het blijkt dat Petrus zowat overal gewoond heeft: er is sprake van de Maagdestraat, Hooghbrugge (de huidige Hoofdbrug in de Burgstraat), de Krommenelleboog, Poortacker op de Houtley, het Prinsenhof, Drabstraat, Rue de Bruges (Burgstraat), enzovoort. Of hij daar werkelijk overal gewoond heeft, is nog onduidelijk. Zijn bakkerij lag op de hoek Holstraat-Brandstraat en noemde volgens een register van 1770 “Den Claver”, voorloper van ’t Klaverken, dat enkele keren verhuisde, maar ongeveer 250 jaar zijn naam behield. [tekst: Hans Van Doorne]